Overzicht BZ Projecten

Handheld lidar voor harde infrastructuren

Beweging van een harde infrastructuur meten en monitoren? Afgelopen half jaar heeft BZIM in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland een pilot uitgevoerd op twee locaties doormiddel van de handheld-lidar: een vervorming in een damwand en een vervorming in het wegdek op een dijk. Het resultaat: objectieve beelden met daarin ordegrootte van deze vervormingen.

Waar is de vervorming het grootst? Wat is de omvang van deze vervorming? Verandert of verergert deze vervorming over de tijd? Door een vergelijkingsvlak in de software in te tekenen wordt een objectieve eerste inschatting van de ordegrootte van de vervorming verkregen. Dit vergelijkingsvlak is gebaseerd op ontwerptekeningen of gebaseerd op de verwachte originele locatie van de infrastructuur. Door een periode later de locatie opnieuw in te meten zijn verschilmetingen mogelijk. Hiermee worden veranderingen door de tijd inzichtelijk gemaakt.

De conclusie van dit project was dat de ordegrootte en omvang van de vervormingen ten opzichte van het vergelijkingsvlak duidelijk terug te zien waren in de 3D metingen. De handheld lidar blijkt het meest geschikt voor het meten van schades of vervormingen aan harde oppervlakten en op locaties met korte vegetatie. Het blijkt in mindere mate geschikt voor locaties met lange vegetatie. Lange vegetatie werkt verstorend bij het uitvoeren van de metingen. Momenteel onderzoekt BZIM of de nieuwste versie van de iPhone met lidar sensor nog betere resultaten geeft.

Rioolvervanging, grondwaterstanden en risico’s op bebouwing

In het Bloemenkwartier in Woerden is een rioolvervanging gepland. De woningen zijn deels gefundeerd op staal en deels op houten palen waarbij risico is op paalrot door de huidige lage grondwaterstanden. Door de rioolvervanging wordt de mogelijke drainerende werking van de oude riolering weggenomen en zal de grondwaterstand stijgen. Dit is een positief effect in de zomer maar een negatief effect in de winter. We hebben een uitgebreid onderzoek uitgevoerd om te bepalen of en waar welke maatregelen nodig zijn om het risico op paalrot te verminderen dan wel grondwateroverlast te voorkomen.

Het onderzoek bestond uit een combinatie van archiefonderzoek en veldwerk. Het archiefonderzoek bestond uit het beoordelen van bouwtekeningen om het niveau van het bovenste funderingshout te bepalen. Het veldwerk bestond uit het bepalen van de bodemopbouw en monitoring van grondwaterstanden om de grondwaterfluctuaties in beeld te krijgen. Deze gegevens hebben we in samenhang beoordeeld met informatie over de riolering (bob en rioolinspecties) en de funderingsgegevens. We hebben bepaald of en waar de oude, lekke riolering drainerend werkt, wat de invloedssfeer hiervan is en in hoeverre de grondwaterstand gaat stijgen na rioolvervanging (en zonder het
meeleggen van drainage). Vervolgens zijn we met een GIS analyse nagegaan of en bij welke woningen sprake is van risico op droogstand van de houten paalfunderingen in de huidige situatie. Daarnaast zij we nagegaan bij welke
woningen het risico op droogstand wordt opgeheven na rioolvervanging.

We hebben bepaald dat door de rioolvervanging de grondwaterstand in een deel van het gebied dusdanig gaat stijgen dat drainage nodig is om grondwateroverlast te voorkomen. Bij een deel van de woningen stijgt de grondwaterstand onvoldoende. Hier blijft een risico op paalrot bestaan; aanvullende infiltratie is nodig. Daarom is geadviseerd om gelijktijdig met de rioolvervanging in dit deelgebied een DIT-systeem aan te leggen. Voor de infiltratie wordt gebruik gemaakt van het oppervlaktewater. Hiervoor hebben we de watervraag bepaald.

Met het onderzoek hebben we voor de gemeente Woerden aangetoond en onderbouwd dat gelijktijdig met rioolvervanging aanleg van deels drainage en deels een DIT-systeem een kostenefficiënte en doelmatige maatregel is voor het Bloemenkwartier om het risico op schade aan woningen door droogstand van houten palen of te hoge grondwaterstanden te minimaliseren. Tot slot hebben we het schetsontwerp en het functioneel ontwerp opgesteld inclusief toelichting op de gekozen ontwerpprincipes.

Infiltratiekansen in kreekruggen in Middelburg

In het project DNA van de stad en omgeving is onderzocht of zoetwater in de zandige kreekruggen kan worden geïnfiltreerd om verzilting en verdroging tegen te gaan. Een deel van de kreekruggen in Middelburg lijkt volgens dit archiefonderzoek hiervoor kansrijk. Om de kansen voor infiltratie te concretiseren hebben we voor de gemeente Middelburg de volgende vragen beantwoord via veldwerkzaamheden, monstername en monitoring van de grondwaterstanden in de kreekruggen:

  • Wat is de dikte van de afsluitende kleilaag op de kreekruggen?
  • Wat zijn de fluctuaties van de stijghoogte in de kreekruggen over een jaar?
  • Wat is de doorlatendheid van de zandige kreekrug?
  • Wat is het zoutgehalte van het grondwater in de kreekruggen?

De dikte van de kleiige deklaag op de kreekruggen varieert van 0 tot 6 m dikte. Hoe dikker de kleilaag hoe minder praktisch het is om het hemelwater te infiltreren in de kreekrug. De
doorlatendheid van het zand in de kreekruggen hebben we bepaald met falling head proeven. Hieruit is geconcludeerd dat niet alle kreekruggen een voldoende doorlatendheid hebben voor infiltratie. Hoe meer silt in het zand zit, hoe lager de doorlatendheid. De stijghoogte in de kreekrug is overal lager dan de freatische grondwaterstanden. Het regenwater kan dus naar de kreekrug infiltreren, hetzij via doorsnijdingen van de deklaag door het rioolcunet, hetzij door verticale infiltratieputten. En het water in de kreekrug is inderdaad zoet gebleken. De resultaten hebben we vertaald naar een concrete kansenkaart met een aantal kansrijke kreekruggen in Middelburg. Gemeente Middelburg gaat op de kansrijke kreekruggen afkoppelprojecten starten en het hemelwater infiltreren in deze kansrijke kreekruggen. Hiermee wordt de zoetwatervoorraad onder Middelburg aangevuld.

Grondwateroverlast in dijkwoningen in Genemuiden

Bewoners van dijkwoningen aan een oude waterkering ervaren een toename van vochtproblemen. We hebben samen met de gemeente een bijeenkomst gehad bij de bewoners thuis, waarbij de vochtproblemen zijn getoond en mogelijke oorzaken zijn besproken.

Om de werkelijke oorzaak te achterhalen hebben we in overleg met de bewoners een onderzoeksplan opgesteld waarbij onder meer in de dijk, bij de woningen en in de achtertuin peilbuizen zijn geplaatst en de grondwaterstanden zijn gemonitord. Op basis van de bodemopbouw en grondwaterstandsmetingen hebben we de mogelijke oorzaken afgepeld, zoals een lek geraakt riool in de dijk dat haar water verliest of extra infiltratie van regenwater door groenperkjes op de dijk. Uit analyse is gebleken dat dit niet de oorzaak kan zijn. Vervolgens is naar voren gekomen dat er een oude, onbekende waterleiding en nóg een oude gietijzeren weesleiding aanwezig is in de dijk. Deze oude leidingen waren gaan lekken. Deze leidingen zijn door het waterleidingbedrijf gerepareerd waarmee de oorzaak van de toename van de vochtproblemen is weggenomen.

Met dit onderzoek zijn de klachten van de bewoners serieus opgepakt en is de oorzaak van de toename van de vochtproblemen aangepakt. Overigens is het grondwaterpeil aan de dijkzijde hoger dan de vloer van het souterrain (tuinkamer). Dit is niet ongebruikelijk; dijkwoningen behoren tegen het vocht bestand te zijn. Indien de vochtproblemen niet volledig weggaan, is het vervolgens aan de woningeigenaren om middels bouwkundige maatregelen de woning waterdicht te maken en te houden.

Graverijen inmeten met Handheld LiDAR

Graverijen in waterkeringen. Honden en muizen zijn bekende gravers met een vrij geringe invloed. Onwenselijk, niet onoverkoombaar. In het afgelopen jaar zijn de zorgen over grote gravers zoals bevers en dassen exponentieel gegroeid. Deze gravers kunnen in potentie de dijk buitenspel zetten. Einde oefening. Om de invloed van de graverijen in te schatten moet de omvang bepaald worden van de graverij, waar eindigt de burcht? Op twee locaties zijn wij met de Handheld LiDAR de graverij in gegaan om de omvang te bepalen.

Door het inmeten van de beverburcht met de HandHeld LiDAR kan de omvang van een beverburcht stapsgewijs worden bepaald. Onze aanpak is een weinig invasieve werkwijze; door het zorgvuldig plaatsen van enkele boorgaten kan de burcht in kaart worden gebracht, inclusief vertakkingen. Vervolgens kan worden verkend wat de invloed van de burcht is op de waterveiligheid en welke vervolgstappen noodzakelijk zijn, zonder de burcht uit te graven.

Inmiddels hebben wij specifieke hulpmiddelen ontwikkeld om deze 3D modellen van de beverburchten te bepalen. Echter, er zijn aanknopingspunten om deze methode verder te ontwikkelen van omvang bepaling tot veiligheidsoordeel met bijbehorende besluitvorming. Over de mogelijkheden en kansen gaan wij graag in gesprek!

Handheld LiDAR

Gedetailleerd en vlakdekkend inmeten van een dijk in 3D, met een apparaat van broekzakformaat? Dat kan! Technologische ontwikkelingen maken dat handheld apparatuur tegenwoordig beschikbaar én betaalbaar is. BZ Ingenieurs en Managers (BZIM) heeft op basis van onderzoek en validatie de stap van concept naar toepassing in de praktijk mogelijk gemaakt. In eerste instantie gericht op waterveiligheid en waterkeringen, maar evenzo toepasbaar in het (stedelijk) waterbeheer.

Wij hebben ervaring en expertise in het hele traject om toepassing in de praktijk mogelijk te maken; van het bepalen van een meetdoel tot het inpassen van het werkproces in de organisatie, van dijkbeproevingen tot beheervraagstukken en van geo-referentie tot volumebepaling.

Elke organisatie heeft zijn eigen dynamiek en werkprocessen, wij kunnen ondersteunen met de juiste vragen en kennis om inpassing in de organisatie vorm te geven. Zo zijn wij actief bij verschillende waterschappen om de HandHeld LiDAR doelmatig in te zetten om de beheerorganisatie te ondersteunen. We zien een duidelijke trend dat de meerwaarde van de techniek snel wordt herkend, de grootste vraagstukken zitten inpassen van het werkproces in de organisatie.

Daarnaast kunnen wij op projectbasis meet- en monitoring opdrachten uitvoeren. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Omvang bepaling van een graverij (bijvoorbeeld een beverburcht)
  • Monitoring van lokale zettingen en verzakkingen
  • Schade, het herstel en ontwikkeling van de herstelwerkzaamheden
  • Schadeontwikkeling bij erosie

Internet enquête wateroverlast en wateronderlast

Snel en efficiënt een beeld van (wateroverlast)ervaringen van inwoners van bijvoorbeeld een wijk? Daarvoor is een internet enquête een goede tool. Wij hebben veel ervaring met internet enquêtes over onder andere wateroverlast, grondwateroverlast, wateronderlast en verdroging.

We verzorgen de uitnodigingen voor de enquête, faciliteren de enquête via onze website en staan bewoners te woord als ze de enquête liever telefonisch willen doornemen. Na afloop van de enquête rapporteren we de resultaten overzichtelijk en binnen de privacy-kaders van AVG. Door slim vragen te stellen, achterhalen we of en welke problemen bewoners ervaren, en wanneer. Op basis van de informatie krijgt u een (ruimtelijk) beeld van de ervaren waterproblemen en mogelijke oorzaken. We vragen naar bouwkundige kenmerken van woningen. Hiermee kunnen bijvoorbeeld de maatregelen tegen wateroverlast of -onderlast op maat gemaakt worden voor uw specifieke wijk.

Natuurlijk kunnen we onze internet-enquêtes ook inzetten voor andere vragen die u aan bewoners wilt stellen. Denk bijvoorbeeld aan ervaringen met het ophalen van afval (gft, papier, plastic, rest), of het inventariseren van wensen van de bewoners bij een herinrichting van een buurt. We informeren u graag verder naar de mogelijkheden.

Dijkmonitoring Waterschap Limburg

Waterschap Limburg wil graag innovatief, duurzaam en bovenal in control zijn. Binnen het waterschap was er behoefte om aan te sluiten bij state of the art technologische ontwikkeling en de toepassing hiervan. Data en informatie zijn zeer belangrijk voor de verdere professionalisering van assetmanagement en onderbouwing van de zorgplicht. Het waterschap vroeg BZIM om hen te ondersteunen om te bepalen of en hoe dijkmonitoring en aanverwante technieken gebruikt kunnen worden voor inwinning, opslag, analyse en het dagelijks gebruik in de waterveiligheidspraktijk.

In de eerste van twee werksessies hebben we zowel de technische mogelijkheden vanuit de sector als de randvoorwaarden die het waterschap stelt aan bod gehad. Daarna hebben de collega’s van het waterschap hun input op het gebied van slimme dijken en monitoring gegeven via een enquête. In de tweede werksessie is vervolgens de link tussen wensen/eisen van het waterschap en technische mogelijkheden enerzijds gelegd met praktische toepassing op cases anderzijds. Hieruit is een beeld ontstaan van de ambities voor het toepassen van technologieën binnen het areaal en de werkpraktijk van het waterschap. Alle resultaten zijn vervolgens gerapporteerd en dienen als input voor het te vormen beleid van het waterschap voor de toekomst.

Monitoringsnetwerk Waterschap Rijn en IJssel

Waterschap Rijn en IJssel werkt aan een monitoringsnetwerk voor hun primaire waterkeringen. BZIM voert voor de eerste fase van het project, een pilotproject, het projectmanagement. Bij een succesvolle pilot volgt uitrol naar andere primaire waterkeringen.

Per eind 2022 is het eerste deel van het monitoringsnetwerk gerealiseerd. Tezamen met eerder uitgevoerde geofysische en geotechnische metingen naar de bodemopbouw moet dit leiden tot verbetering van het geohydrologisch model van het waterschap. Met een verbeterd model kan vervolgens de dijksterkte nauwkeuriger worden bepaald.

Naast de technische realisatie van het monitoringsnetwerk wordt diepe implementatie van het gebruik van geacquireerde data en informatie binnen de werkorganisatie gerealiseerd. Want alleen het actief en in min of meer dagelijkse omstandigheden gebruiken van dijkdata leidt uiteindelijk tot goede implementatie van dijkmonitoring in het dijkbeheer. De ingewonnen dijkdata wordt gebruikt ter objectieve onderbouwing van de zorgplicht en in alle levensfasen van de dijk: van beheer, beoordeling, versterking tot calamiteiten.

Polder2C’s

Het klimaat verandert. De zeespiegel stijgt. De maatschappij ontwikkelt zich steeds verder. Waterveiligheid blijft belangrijk maar staat onder druk. In het project Polder2C’s (www.polder2cs.eu) bundelen 15 partijen uit 4 landen en de EU hun krachten om gezamenlijk de waterveiligheid ook in de toekomst op peil te houden. In 2016 werkte BZIM aan de eerste plannen voor wat uiteindelijk Polder2C’s werd. BZIM werkt aan het projectmanagement, adviseerde over uit te voeren metingen en monitoring en begeleide veldexperimenten naar de sterkte van dijken.

De resultaten van het project zijn divers: aanvullend inzicht in dijksterkte, inzicht in het functioneren van diverse noodmaatregelen en het belang van kennis over de invloed van dieren op dijksterkte. BZIM voerde binnen de kaders van Polder2C’s fact-finding-onderzoek uit naar de omvang van dierlijke graverijen in de dijk. Dit deden we onder andere met rooktabletten en snelbeton (dit laatste in samenwerking met het Wetterskip). De resultaten rapporteerden we aan STOWA.

Optimalisatie grondwatermeetnet Emmen

De gemeente Emmen heeft een actief grondwatermeetnet van 74 freatische peilbuizen en wilde een optimalisatieslag van haar actuele grondwatermeetnet. BZIM heeft een advies geschreven over een optimalisatieslag waarmee de gemeente Emmen het grondwaterbeleid kan actualiseren ten behoeve van het GRP. De bestaande meetdoelen zijn herijkt in een tweetal workshops. Naast de grondwater- en rioleringspecialisten zijn hierbij ook de mensen van de afdeling projecten en van het bodemdalingsloket van de gemeente betrokken.

Op basis van de herijkte meetdoelen én ervaringen in het meetnet, klachten van inwoners en projecten (rioolvervanging, reconstructie, nieuwbouw) heeft BZIM bepaald waar peilbuizen kunnen vervallen, welke peilbuizen behouden moeten worden en waar peilbuizen bij moeten komen.

Daarnaast hebben we voor de gemeente een handleiding geschreven hoe peilbuizen te plaatsen. Hiermee wordt een eenduidige plaatsing en afwerking van peilbuizen binnen de gemeente gewaarborgd. Dit verhoogt de kwaliteit en betrouwbaarheid van de grondwatermetingen in de gemeente Emmen.

Onderzoek grondwateroverlast in woningen Hengelo

De gemeente Hengelo ontving van een aantal bewoners meldingen van vochtoverlast in de woning. Op verzoek van de gemeente heeft BZIM op locatie onderzoek gedaan naar de aard, oorzaak en omvang van de ervaren vochtoverlast. Deze onderzoeken op locatie betrof een visuele inspectie van de woning met kruipruimte en een interview met bewoners.

De verzamelde gegevens hebben we gecombineerd met de resultaten van een bureauonderzoek (maaiveldhoogte, gemeentelijk grondwatermeetnet, riolering, etc). Het resultaat was een notitie met bevindingen, advies hoe de situatie ter plaatse te verbeteren of welk nader onderzoek uit te voeren. Op de eerste locatie hebben we de gemeente geadviseerd om drainage aan te leggen op openbaar terrein. Op de tweede locatie bleek grondwater niet de oorzaak van de ervaren vochtoverlast en hebben we de bewoner advies gegeven hoe/wat verder te onderzoeken wat zijn problemen veroorzaakt. Om de situatie over te brengen naar de bewoners, hebben we de bevindingen samengevat in een schematische weergave van de grondwatersituatie én bebouwing. Hiermee hebben we het goed kunnen uitleggen naar de bewoners, zodat men (in het tweede geval) zelf goed onderbouwd verder actie kon ondernemen.

 1 2 3 >  Last ›