De gemeente Leusden werkt aan de planvorming voor de uitbreidingswijk Tabaksteeg Zuid. Om de nieuwe uitbreidingswijk toekomst-, en klimaatbestendig te maken is inzicht vereist in de geohydrologie in het plangebied Tabaksteeg Zuid.
Voor de gemeente Leusden is een (geo-)hydrologisch onderzoek uitgevoerd met als doel inzicht te verkrijgen in de (grond)waterhuishouding ten behoeve van een toekomst- en klimaatbestendige inrichting.
Voor het ontwikkelingsgebied is een veldwerkplan opgesteld waarbij zorgvuldig de locaties zijn gekozen van de peilbuizen. Dit is gedaan op basis van de lokale maaiveldhoogte, bodemopbouw en de verwachte stromingsrichting van het grondwater. In de peilbuizen zijn telemetrische dataloggers geïnstalleerd waarmee gedurende één jaar de grondwaterstand is geregistreerd. De verzamelde grondwaterstandsdata zijn geanalyseerd om de representatief hoge en lage grondwaterstanden (RHG en RLG) te bepalen. Op basis hiervan zijn isohypsenkaarten en ontwateringskaarten opgesteld. Met de verzamelde data is een advies opgesteld met betrekking tot ophoging van het maaiveld, behoud van open waterstructuren en aanvullende maatregelen zoals drainage, om voldoende ontwatering en infiltratiemogelijkheden te garanderen.
De gemeente Zwartewaterland gaat de komende jaren in de wijk Binnenlanden West in Genemuiden aan de slag met rioolvervanging, afkoppelen van hemelwater en het klimaatbestendig maken van de wijk.
De gemeente Zwartewaterland gaat de wijk Binnenlanden West in Genemuiden herinrichten met een toekomstgerichte aanpak. Door de geplande rioolvervanging en de aanleg van een ‘blauwe HWA-ader’ wordt de wijk voorbereid op de klimaatveranderingen van morgen. Voor de gemeente hebben wij een uitgebreid grondwateronderzoek uitgevoerd, om de risico’s op grondwateroverlast en grondwateronderlast voor nu en in de toekomst te bepalen.
Voor een klimaatbestendige wijk is van belang dat de grondwaterstanden niet te hoog worden. De grondwaterstanden moeten ook niet te laag worden, omdat daarmee risico ontstaat op paalrot van de funderingen en op extra maaivelddaling. BZ Ingenieurs & Managers heeft de gemeente geadviseerd in een grondwatersysteem dat rekening houdt met grondwateroverlast als funderingsschade, waardoor Binnenlanden West een duurzame en leefbare wijk blijft voor de toekomst. Hiervoor is onder andere een funderingsdatabase opgesteld voor de wijk Binnenlanden West en zijn de woningen met houten palen in beeld gebracht.
Opeenvolgend aan het advies is een schets- en functioneel ontwerp voor de wijk opgesteld. Daarbij is zorgvuldig rekening gehouden met de hoge grondwaterstanden en het risico op funderingsschade bij te lage grondwaterstanden.
De Oude Ketelmakerij is een voormalig bedrijventerrein in Hengelo dat getransformeerd wordt tot woongebied. De gemeente wilde een groenblauwe inspiratie geven aan de bestaande inrichtingsideeën, waarbij de woningbouwopgave hetzelfde blijft en de principes van “water en bodem sturend” worden toegepast.
Met de projectgroep van de gemeente hebben we de eisen en wensen ten aanzien van groen en water in beeld gebracht. In en door een tweetal ontwerpateliers met de projectgroep en Buro Stedenbouw hebben we dit in fasen uitgewerkt naar structuurdragers voor groen, blauw en spelen. Deze structuurdragers hebben we verduidelijkt met sfeerbeelden en een inrichtingsschets.
Om de benodigde ruimte voor water in de inrichtingsschets realistisch te laten zijn hebben we de benodigde ruimte voor water bepaald. Hierbij wordt het water oppervlakkig ingezameld en getransporteerd naar wadi’s, daar verzameld en vertraagd geïnfiltreerd en afgevoerd naar het oppervlaktewater. De wadi’s zijn ingepast in de inrichtingsschets.
Het groenblauwe inrichtingsmodel is een inspiratiedocument voor de verdere uitwerking en samenwerking met de ontwikkelende partij. Hiermee wordt de ontwikkelende partij geënthousiasmeerd om de openbare ruimte in het gebied een groenblauwe “plus” te geven. Ook is het een onderbouwing van de gemeente voor de te volgen procedures en de op te stellen groene en blauwe paragraaf van het bestemmingsplan.
In 2023 heeft de gemeente Bodegraven een herinrichting van de Wijk Elzenhof in Bodegraven uitgevoerd. Bewoners ervaren sinds de herinrichting aanzienlijk meer (grond)wateroverlast dan voorheen. BZIM heeft met een feitelijk en onafhankelijk onderzoek onderzocht of de ervaringen van de bewoners kloppen. Ook heeft BZIM geadviseerd over maatregelen en verantwoordelijkheden binnen het stedelijk (grond)waterbeheer.
Bij de herinrichting is het openbaar terrein opgehoogd met BIMs (een licht ophoogmateriaal) en is de wijk bovengronds opnieuw ingericht. Het gemengde rioolstelsel is vervangen door een gescheiden stelsel. Het hemelwaterstelsel heeft twee functies gekregen: het afvoeren van hemelwater en reguleren van grondwaterstanden (DIT-riool).
Om het effect van het nieuwe hemel- en grondwatersysteem op de grondwaterstanden te bepalen hebben we een onderzoeksplan opgesteld. Het onderzoek is onafhankelijk uitgevoerd, op basis van feiten. Tegelijkertijd hebben we ook geluisterd naar de ervaringen van de bewoners en bouwkundige kenmerken van de woningen in kaart gebracht. De werking van het aangelegde systeem is beoordeeld op basis van revisietekeningen en een veldbezoek.
In de wijk zijn voor, tijdens en na de werkzaamheden grondwaterstanden gemonitord. De grondwatersituatie vooraf en na herinrichting zijn met elkaar vergeleken. Hierbij is ook de reactie door de neerslag op de grondwaterstanden meegenomen. Uit de meetdata blijkt dat het DIT-systeem een stabiliserende werking heeft op de grondwaterstanden. De mogelijke oorzaken van de overlast hebben we gerapporteerd en we hebben een advies opgesteld voor de
te nemen maatregelen. Ook hebben we de verantwoordelijkheden binnen het stedelijk (grond)waterbeheer voor gemeente, waterschap én perceeleigenaar toegelicht.
In het Bloemenkwartier in Woerden is een rioolvervanging gepland. De woningen zijn deels gefundeerd op staal en deels op houten palen waarbij risico is op paalrot door de huidige lage grondwaterstanden. Door de rioolvervanging wordt de mogelijke drainerende werking van de oude riolering weggenomen en zal de grondwaterstand stijgen. Dit is een positief effect in de zomer maar een negatief effect in de winter. We hebben een uitgebreid onderzoek uitgevoerd om te bepalen of en waar welke maatregelen nodig zijn om het risico op paalrot te verminderen dan wel grondwateroverlast te voorkomen.
Het onderzoek bestond uit een combinatie van archiefonderzoek en veldwerk. Het archiefonderzoek bestond uit het beoordelen van bouwtekeningen om het niveau van het bovenste funderingshout te bepalen. Het veldwerk bestond uit het bepalen van de bodemopbouw en monitoring van grondwaterstanden om de grondwaterfluctuaties in beeld te krijgen. Deze gegevens hebben we in samenhang beoordeeld met informatie over de riolering (bob en rioolinspecties) en de funderingsgegevens. We hebben bepaald of en waar de oude, lekke riolering drainerend werkt, wat de invloedssfeer hiervan is en in hoeverre de grondwaterstand gaat stijgen na rioolvervanging (en zonder het
meeleggen van drainage). Vervolgens zijn we met een GIS analyse nagegaan of en bij welke woningen sprake is van risico op droogstand van de houten paalfunderingen in de huidige situatie. Daarnaast zij we nagegaan bij welke
woningen het risico op droogstand wordt opgeheven na rioolvervanging.
We hebben bepaald dat door de rioolvervanging de grondwaterstand in een deel van het gebied dusdanig gaat stijgen dat drainage nodig is om grondwateroverlast te voorkomen. Bij een deel van de woningen stijgt de grondwaterstand onvoldoende. Hier blijft een risico op paalrot bestaan; aanvullende infiltratie is nodig. Daarom is geadviseerd om gelijktijdig met de rioolvervanging in dit deelgebied een DIT-systeem aan te leggen. Voor de infiltratie wordt gebruik gemaakt van het oppervlaktewater. Hiervoor hebben we de watervraag bepaald.
Met het onderzoek hebben we voor de gemeente Woerden aangetoond en onderbouwd dat gelijktijdig met rioolvervanging aanleg van deels drainage en deels een DIT-systeem een kostenefficiënte en doelmatige maatregel is voor het Bloemenkwartier om het risico op schade aan woningen door droogstand van houten palen of te hoge grondwaterstanden te minimaliseren. Tot slot hebben we het schetsontwerp en het functioneel ontwerp opgesteld inclusief toelichting op de gekozen ontwerpprincipes.
In het project “DNA van de stad en omgeving” is onderzocht of zoetwater in de zandige kreekruggen kan worden geïnfiltreerd om verzilting en verdroging tegen te gaan. Een deel van de kreekruggen in Middelburg lijkt volgens dit archiefonderzoek hiervoor kansrijk. Om de kansen voor infiltratie te concretiseren hebben we voor de gemeente Middelburg de volgende vragen beantwoord via veldwerkzaamheden, monstername en monitoring van de grondwaterstanden in de kreekruggen:
De dikte van de kleiige deklaag op de kreekruggen varieert van 0 tot 6 m dikte. Hoe dikker de kleilaag hoe minder praktisch het is om het hemelwater te infiltreren in de kreekrug. De
doorlatendheid van het zand in de kreekruggen hebben we bepaald met falling head proeven. Hieruit is geconcludeerd dat niet alle kreekruggen een voldoende doorlatendheid hebben voor infiltratie. Hoe meer silt in het zand zit, hoe lager de doorlatendheid. De stijghoogte in de kreekrug is overal lager dan de freatische grondwaterstanden. Het regenwater kan dus naar de kreekrug infiltreren, hetzij via doorsnijdingen van de deklaag door het rioolcunet, hetzij door verticale infiltratieputten. En het water in de kreekrug is inderdaad zoet gebleken. De resultaten hebben we vertaald naar een concrete kansenkaart met een aantal kansrijke kreekruggen in Middelburg. Gemeente Middelburg gaat op de kansrijke kreekruggen afkoppelprojecten starten en het hemelwater infiltreren in deze kansrijke kreekruggen. Hiermee wordt de zoetwatervoorraad onder Middelburg aangevuld.
Gemeente Ede werkt aan de planvorming voor een uitbreidingslocatie in Wekerom.
Voor de gemeente voeren we een (geo-)hydrologisch onderzoek uit om de randvoorwaarden voor de uitbreidingslocatie te bepalen. De grondwaterfluctuaties bepalen bijvoorbeeld in hoeverre er opgehoogd moet gaan worden. Daarnaast geven we aan welke maatregelen nodig zijn om het hemelwater tijdelijk te bergen in het gebied dan wel (vertraagd) af te voeren naar een retentievoorziening. Voor deze retentievoorziening gaan we de benodigde afmetingen en optredende peilstijgingen na. De resultaten van het onderzoek geven concrete handvaten voor de verdere uitwerking van het stedenbouwkundig plan.
In Nijkerk komt bij hevige neerslag op diverse locaties wateroverlast voor. Met de klimaatverandering en de daarbij horende hevigere regenbuien is er risico dat wateroverlast vaker en langer gaat optreden. De insteek is om veel afkoppelprojecten uit te voeren om de hydraulische belasting op het gemengde rioolstelsel te verminderen. De vraag is echter waar dit afgekoppelde hemelwater naar toe kan. Vanwege hoge grondwaterstanden is infiltratie in de bodem niet kansrijk. Daarnaast is bij hevige regenval de mogelijkheid om regenwater via de beken af te voren beperkt.
We hebben samen met de gemeente Nijkerk en waterschap Vallei en Veluwe de actuele knelpunten vanuit de riolering en het oppervlaktewater in beeld gebracht. De hoofdoplossingsrichtingen om deze knelpunten aan te pakken zijn meer waterberging, bufferen en vertraagd afvoeren van het hemelwater, verbeteren van de afvoercapaciteit van het oppervlaktewatersysteem en het verminderen van de doorvoer van water uit het landelijk gebied door Nijkerk. In een werksessie zijn vervolgens locaties verkend om deze knelpunten aan te pakken. Hieruit is een breed palet aan kansrijke maatregelen naar voren gekomen. De gemeente en het waterschap kunnen de komende jaren aan de hand van het resultaat gerichte stappen zetten om de wateroverlast in Nijkerk te verminderen.
De gemeente Oost Gelre wil het afkoppelen van hemelwater(afvoeren) onder haar bewoners stimuleren. BZ heeft voor elke kern in de gemeente een afkoppelkansenkaart opgesteld. Een afkoppelkansenkaart geeft aan in welke deelgebieden afkoppelen en infiltreren van hemelwater mogelijk is. Hierbij is de doorlatendheid van de bodem (k-waarde) en de ontwateringsdiepte van belang. De doorlatendheid van de bodem dient voldoende hoog te zijn voor infiltratie. Daarnaast is infiltratie geen optie in gebieden met een te hoge grondwaterstand.
Op basis van het grondwatermeetnet van de gemeente hebben we ontwateringskaarten voor zowel de RHG- als de RLG-situatie opgesteld. Daarnaast hebben we k-waardenkaarten opgesteld op basis van infiltratieonderzoeken en bodemsoorten. De ontwateringskaart hebben we gecombineerd met de k-waardenkaart tot de afkoppelkansenkaart. Hierop is van elke kern te zien in welke deelgebieden infiltratie van hemelwater kansrijk is, niet mogelijk is of waar nader onderzoek dient te worden verricht.